De laatste tijd is er steeds meer aandacht voor executieve functies binnen het onderwijs. Dit is ook niet zo verwonderlijk, want er wordt de laatste jaren ook steeds meer onderzoek gedaan naar executieve functies en hun invloed op gedrag.
Hersenen
Wanneer we meer willen weten over de Executieve Functies (EF's) moeten we naar de hersenen toe, om precies te zijn naar de frontale kwabben. Hierin wordt gedrag aangestuurd, wordt bepaald welke signalen belangrijk zijn en welke minder belangrijk en wordt bepaald welke handelingen moeten worden verricht. Leerlingen met ontwikkelstoornissen zoals ADHD en stoornissen in het autistisch spectrum hebben problemen met EF’s.
Verschillende executieve functies
Er zijn twee verschillende soorten EF’s: EF’s die te maken hebben met cognitieve denkprocessen en EF’s die te maken hebben met gedrag.
EF’s die te maken hebben met cognitieve denkprocessen zijn:
EF’s die te maken hebben met gedrag:
Wanneer je de bovenstaande EF’s met hun beschrijving leest, herken je deze misschien wel. Dat kan zijn in jezelf of in iemand die je kent. De problemen met deze executieve functies kunnen je denken (cognitieve processen) of je doen (gedrag) op een nadelige manier beïnvloeden. Maar hoewel dit (in tegenstelling tot blokkadestress) wel aangeboren is, kan er door begeleiding toch aan gewerkt worden deze zwak ontwikkelde functies te versterken. Door in kaart te brengen welke executive functies goed of minder goed ontwikkeld zijn, kunnen we samen bepalen welke er versterking nodig hebben door ze te gaan oefenen.